Rudy J. Luijters (Den Haag, 1955) is een in België wonende Nederlandse kunstenaar. Uitgaande van nauwkeurige cultuurhistorische en natuurlijke waarnemingen en registraties komt Luijters tot consistente voorstellen of opvattingen. Het is zijn doel om het landschap en zijn gebruiker in brede zin te verzoenen door de verschillende lagen of logica van een cultureel en historisch landschap of context te tonen. Dit proces kan op zeer verschillende manieren resulteren. Groenten telen in een museumtuin is net zo goed onderdeel van de culturele praktijk van Luijters als imker zijn of schrijven over culturele onderwerpen.
Rudy Luijters heeft zijn project Carduelis carduelis meegegeven als voorlopige werktitel. Als locatie koos hij het braakliggend terreintje tussen de Hoogstraat en de Kloosterdreef. Nu voornamelijk overwoekerd door brandnetels, maar straks een paradijs voor insecten, bijen én de distelvink (het puttertje). Leer de symboliek van het puttertje kennen en waarom dat zo goed past binnen het thema van de biënnale, Geloof.
‘Het parcours van de biënnale volgend – van de Sint Paulusabdij via de Onze Lieve Vrouwe abdij naar Catharinadal – wandelt de bezoeker langs een braakliggend terreintje. Een driehoek tussen de Hoogstraat en de Kloosterdreef, omzoomd door Lindes en Esdoorns. Het veldje, gedomineerd door weinig bijzondere soorten, voornamelijk brandnetels, staat in schril contrast met de zorgvuldig onderhouden kloosterdomeinen, de indrukwekkende Kloosterdreef en de aanliggende, streng geordende wijngaard.
Over het algemeen trekken braakliggende veldjes direct mijn aandacht. Als kunstenaar, imker, amateur-botanist en -ornitholoog bieden ‘woeste gronden’ mij tenslotte veel meer natuurlijk spektakel grotere dan grootschalige akkers of aangeharkte parken en tuinen.
Maar toen ik op vraag van de h3h biënnale het terrein ging verkennen, bleek het door wegen ingeknelde veldje niet direct een botanisch paradijs te zijn. Het beperkt aantal soorten is slechts interessant voor insecten en vogels. Dat is ecologische logica want, we weten het allemaal: hoe meer soorten, hoe meer er te beleven valt. Meer beweging van vlinders, bijen en andere insecten. En daarmee ook activiteit van vogels, die er voedsel vinden in de vorm van zaden en insecten.
Al snel rees het plan om het veld te gebruiken om een extra dynamiek te creëren die nadrukkelijk ook zichtbaar zou zijn. Bijvoorbeeld door het aanplanten van Kaardenbollen. Naast enkele stroken met éénjarigen. Wellicht Slaapbol (Papaver somniferum) en Gele mosterd (Sinapis alba), soorten die op dubbelzinnige wijze relevant zijn in een religieuze context, én insecten aantrekken.
De Grote kaardenbol (Dipsacus follunum) is een tweejarige plant die ruim twee meter hoog kan worden maar niet alleen daarom bijzonder is. De soort is tweejarig en bloeit dus pas in het tweede jaar. Daarom zijn we deze zomer al begonnen met het zaaien van enkele honderden exemplaren die in het voorjaar van 2023 zullen worden uitgeplant in Oosterhout. Bloei en zaadvorming kunnen we dan verwachten in de zomer van 2023, tijdens de biënnale.
Foto’s: v.l.n.r. Grote kaardenbol in bloei, in potten gezaaide Kaardenbollen in de tuin van mijn atelier
Grote kaardenbol en Distelvink (Carduelis carduelis)
De genereuze Kaardenbol is strikt genomen geen inheemse plant, maar de soort komt al ruim vòòr 1500 in onze streken voor en heeft zich een eigen plekje veroverd in ons ecosysteem. De bijzondere bloeiwijze is visueel opmerkelijk en trekt veel wilde bijen en hommels. De stengelomvattende bladeren vormen kommetjes, waar water in blijft staan, waar insecten en soms ook vogels uit drinken. De uitgebloeide zaadkoppen blijven een winter lang op de uitgedroogde stevige bloemstengels staan. De zaden zijn zeer geliefd bij het Puttertje, ook wel Distelvink genoemd, wellicht omdat het een van de weinige vogels is die in staat is het zaad uit de hardstekelige koppen te peuteren. Daarom verzekert het aanplanten van Kaardenbollen de latere komst van dit uitzonderlijke vogeltje. Ook al weer ecologische logica…
Volgend jaar, tijdens de biënnale-zomer, zullen wel de bijen en vlinders te zien zijn, maar nog niet de Puttertjes. Het is dan eerst wachten op het rijpen van het zaad. Maar we vertrouwen erop, nee, we geloven er vast in, dat de ze in de herfst en winter van 2023 zullen komen!
Binnen de context van deze biënnale – het thema geloof – past het Puttertje wonderwel. Door de eeuwen heen duikt het in de schilderkunst op, vaak als drager van religieuze symboliek. De meest bekende legende vertelt ons dat het Puttertje een doorn uit de doornenkroon van Christus trok, waarbij bloed op zijn kopje spatte, hetgeen zijn intens rode ‘masker’ zou verklaren. Een andere toegekende symboliek is die van de herrijzenis of van de ziel, het offer en de dood. De beroemde Madonna met kind van Rafaël toont het heilig knaapje dat een Puttertje aangereikt krijgt door Johannes, wellicht als vooraankondiging van de kruisdood.
Foto: Rafaël, Madonna of the Goldfinch, 1506, Uffizi