Delphine Courtillot (Parijs, 1972) studeerde schilderkunst en fotografie aan de École Nationale Supérieure des Beaux-arts in Parijs.
In 2015 ontdekte ze het werken met keramiek en werd betoverd door de mogelijkheden en eigenschappen van dit medium. Haar artistieke benadering is gebaseerd op de poging een link te leggen met een zeer oud verleden van de mensheid. Het gebruik van keramiek is een van de oudste technologische ontwikkeling van de mens sinds de prehistorie.
“Met gebaren die verband houden met het boetseren van klei, die in de loop der eeuwen zijn ontwikkeld en oneindig worden herhaald door miljoenen handen, probeer ik opnieuw contact te leggen met archaïsche krachten. Het boetseren van klei wordt zo een middel om te luisteren naar voorouderlijke stemmen.
Puttend uit een ervaring van het landschap gekoppeld aan de praktijk van het wandelen en dagdromen, evenals het duizelingwekkende besef van de suprematie van het mineraal over het lot van de wereld, breng ik in mijn sculpturen een amalgaam van oervormen uit de geschiedenis van de mensheid en de natuur samen: kruiken, koralen, rotsen, takken en antropomorfe amuletten komen samen om een geheel te vormen dat de kijker wil uitnodigen om uit zijn/haar/hun eigen droomregister te putten, en om de mogelijkheden te verkennen voor een ecologisch in plaats van animistisch bewustzijn dat past bij de moderne tijd, gegrond in de reële en intieme band tussen mens en natuur.”
Voor de gevel van de kerk van Sint Catharinadal ontwikkelt Delphine een ensemble van geglazuurd keramiek reliëfs.
De opstelling van de reliëftegels in constellaties doet denken aan het schijnbaar willekeurige ritme waarop mossen groeien en het lichtspel van de blaadjes van de omringende bomen die de gevel weerspiegelen. Maar zij doen ook aan de glas-in-loodramen die naar buiten zijn gericht en het licht reflecteren of absorberen in plaats van het door te laten.
Elke tegel is voorzien van een, op een unieke manier aangebrachte, laag glazuur en engobe en wordt daardoor een soort keramiek ‘schilderij’. Ook heeft elke tegel zijn eigen vorm en maat en soms is het oppervlak bewerkt alsof het afkomstig zou kunnen zijn uit de natuurlijke wereld van korstmossen, boomschors, schimmels, kristallen…
‘Met deze nieuwe werken voor de gevel van de kapel van Sint Catharinadal probeer ik een reflectie op de tijd te geven: de tijd van mossen die groeien terwijl ze bewegen, de tijd van koraalgroei, de tijd die nodig is om een techniek te ontwikkelen, de snelheid waarmee een pottenbakker een pot moet draaien en ‘diepe tijd’, tijd op geologische en kosmische schaal.’