Maria Roosen

Oisterwijk, 1957

Website

Instagram

‘Tools for feelings’ noemt Maria Roosen haar sculpturen, schilderijen en tekeningen: gereedschap om gevoelens mee uit te drukken. Die gevoelens zijn voor iedereen herkenbaar en worden opgeroepen door wezenlijke menselijke ervaringen: het wonder van vruchtbaarheid, geboorte en leven, de kleur en kracht van groei en bloei, de energie van liefde en ontmoeting, maar ook het proces van rouw en verlies. Terugkerende motieven in haar werk zijn onder meer trossen bessen, melkkannen, bouwblokken, halskettingen en rozenkransen, ladders, borsten en spermatozoïden. Ze werkt graag met glas en waterverf, materialen die van nature een zekere vloeibaarheid hebben. Maar ze gebruikt ook hout, textiel en andere materialen. Zo kan ze uiteenlopende associaties en emoties aan haar werk verbinden.

 

Wei (2021)

De benedictijner monniken van de Sint Paulusabdij zetten in de eerste helft van de twintigste eeuw een bloeiend boerenbedrijf op. Naar die geschiedenis verwijst dit werk: een nieuwe afrastering voor de wei, gevormd door een snoer van witte eieren. De eieren die Maria Roosen gebruikte hebben normaal gesproken een vrij banale functie: het zijn namaak eieren, gemaakt van kalk, die door pluimveehouders gebruikt worden om te voorkomen dat ganzen hun eigen legsel stuk pikken. Voor het werk Een plus een is drie dat Maria Roosen in 2002 maakte voor een rotonde in het Gelderse dorpje Alem, gebruikte zij ook het motief van het ei: daar legde ze drie zeer grote eieren van beton in het gras, twee bruine en één witte, alsof een reuzenkip ze daar had achtergelaten. Toen al was ze gefascineerd door de eigenschappen van eieren: perfect gevormd en volkomen gaaf, maar als je goed kijkt zijn er geen twee exact hetzelfde. En al zitten ze vol levenskracht, ze zijn tegelijk heel kwetsbaar.

 

Hoop/Hope (2021)

Eieren komen ook op een verrassende wijze terug in de omlijsting van de aquarel van Maria Roosen die op Sint Catharinadal te zien was.

 

Shelter 2 en Turn Magdalena turn! (2021)

Shelter 2 is als een Baboesjka waar je in kan schuilen, omhuld door een mantel van hout. Het is een plek om je even terug te trekken, een plek van rust en bezinning. Deze kapel voor één persoon is aan de buitenkant zwart gebrand en van binnen en van buiten behandeld met olie. Zoals het hout is beschermd tegen schimmels en vocht, beschermt het hout op zijn beurt degene die erin wegkruipt. Ook de glazen bollen aan de buitenkant van de kapel zijn zwart, de kleur die we traditioneel met rouw verbinden. De eerste ‘rouwkapel’ (Shelter I) die Maria Roosen uit een boomstam sneed maakte ze in 2020, kort na het overlijden van haar man. Die kapel heeft een plek gevonden in de tuin van het Kruisherenklooster van Sint Agatha in Cuijk, op de plaats waar een zieke boom stond. Die boom is omgezaagd en uit dat hout ontstond de kleurrijke Magdalena, die op het voorplein van Sint Catharinadal een duo vormde met Shelter 2. Banen van kleur en gefreesde lijnen golven langs het ‘lichaam’ naar beneden. Verwijzend naar de wijze waarop Maria Magdalena, de vrouw die een discipel van Jezus was, meestal wordt afgebeeld: met lang, loshangend haar.

Het hout waarvan de kapel en de vrouwfiguur gemaakt zijn is levend materiaal, dat reageert op vocht en droogte en dat kan barsten, uitzetten of krimpen. Voor Maria Roosen is het werken met dit levende hout een troostend proces.

 

een snoer van eieren hangt rond een wei

Wei, 2021

aquarel hangt aan de muur naast een deur

Hoop/Hope, 2021

twee beelden staan in een tuin

Shelter 2 en Turn Magdalena turn!, 2021