Fiona Lutjenhuis

1991 (NL)

Website

Instagram

Vanuit de zoektocht naar ‘a deeper shade of soul’ kwamen de ouders van Fiona Lutjenhuis bij een Brabantse sekte uit, Malva genaamd. Deze bevond zich in Zijtaart, niet zover van Oosterhout vandaan. De wereldbeschouwing van de sekteleden was een mix van geheime genootschappen, UFO’s, science fiction en esoterie. De kunstenaar maakte zich hier op latere leeftijd van los en ging werk maken dat religie en spiritualiteit relativeert. Intussen is ze agnost.

Niets was wat het leek in deze tuinkamer. De beschilderde kamerschermen met een visioenachtig karakter stonden bol van de verwijzingen naar haar jeugdervaringen. Vele daarvan lieten zich echter niet gemakkelijk ontcijferen. Belangrijker was het dus om je te laten leiden door het gevoel dat ze opwekten. Was het sereen, beklemmend, humoristisch, of dat allemaal tegelijk? De tien silhouetten aan de rugzijde van het groene tweeluik I Flourish Into Chaos verbeeldden de tien meesters van andere planeten, het ‘Parlement’ genaamd. Deze buitenaardse wezens spraken via een medium in de bijeenkomsten van de sekte. De kunstenaar zette ze neer als Japanse Kokeshi-poppen. Aangezien oosterse invloeden rijk aanwezig waren binnen hun geloof en de kunstenaar indertijd kind was, is juist dat speelgoed gekozen. De centrale figuur aan de voorzijde, de havik, stond symbool voor Ankhmania, de opperleider van het ‘Parlement’ en brenger van het woord. De Kokeshi-achtige figuurtjes aan zijn voeten belichaamden de sekteleden.

In het kamerscherm ertegenover hield een alziend oog alles haarscherp in de gaten. De iris was een planeet omringd door sterren. Planeet Geza –  4 om precies te zijn; de bestemming waarheen de sekteleden zouden reizen als de redding kwam. Fiona Lutjenhuis voelde zich vaak als de eenzame figuur in het zwevende vertrek met de vogelvolières. Mentaal opgesloten in een kooitje zonder spijlen. Niet voor niets hingen er in de bomen rondom de tuinkamer allerlei beschilderde mussenhotels van haar hand.

Op gezette tijden bakte de kunstenaar in deze tuinkamer eetbare brood-sculpturen. De geur van vers brood herinnert haar aan haar kindertijd. Het was een favoriete bezigheid, deeg werd geboetseerd in de vorm van kuikens of gevlochten tot complexe structuren. Het gaf haar een veilig gevoel in een omgeving waar chaos was. Terwijl aan Fiona Lutjenhuis als kind met liefde iets slechts werd opgedrongen, werden aan ons haar woorden voorgeschoteld. Het mechanisme van zachte dwang is subtiel nagedaan.

Installatie, 2025 bestaande uit:

  • I Flourish Into Chaos, 2024
  • Creepy Crops, 2024
  • A Feast of Strangers, 2025
  • Mussenhotel, 2025
  • Breadcurtain, 2025 (remade)
  • Her Hair In The Wind, 2024

Installatie, 2025 bestaande uit:

  • I Flourish Into Chaos, 2024
  • Creepy Crops, 2024
  • A Feast of Strangers, 2025
  • Mussenhotel, 2025
  • Breadcurtain, 2025 (remade)
  • Her Hair In The Wind, 2024

Fiona bakt brood tijdens de biënnale, 2025